Dinsdag 19 augustus zijn we om 08:00 zijn we begonnen aan onze op één na laatste etappe van deze reis; circa 35Nm naar Borkum. De Schluchter, het andere beruchte zeegat bij Norderney gingen we een uurtje na HW door. in de voorgaande dagen had ik de meest actuele posities van ‘Wattsegler.de’ al verwerkt en wetende dat daar rond de 4,6m staat met HW, konden we daar met een deining rond de 0,5m makkelijk doorheen.
Het was een prachtig zeildagje en rond 15:30 konden we mooi (na overleg met de Havenmeester) in een vrije box vastmaken.
Ideaal, want aan ‘Steg 1’, de normale passantenplaats, lig je met de voorspelde NW wind aan lagerwal, plus dat er iedere dag nog wel 1 of 2 passanten tegen je aan komen te liggen.
‘S avonds een rondje door de haven gemaakt en heerlijk gegegeten bij ‘Dock & Dine’ aan de haven. Onze hond was ook weer helemaal thuis en heeft even goeie dag gezegd bij alle konijnenburchten op de haven.
We blijven hier in ‘onze tweede thuishaven’ nog een paar dagen en hebben dus woensdag de fietsen en hondenkar opgegraven voor een heerlijk dagje Südstrand met een mooi sundowner als afsluiting op de promenade.
Rond hoogwater zijn we maandag 18 augustus met prachtig weer; een noordelijk windje ~3Bft, zon en een lome noordelijke deining, richting Norderney vertrokken. Op de onderstaande foto zie je ons aan de ‘verkeerde kant’ van de betonning varen, wat gebruikelijk is hier, het voorkomt dat je de drukke vaargeul 2x moet oversteken. Je ziet op de foto ook het 157m lange baggerschip ‘Kaishuu’ pal naast de containerreus ‘One Stork’ van bijna 364m varen, een immens verschil.
Het was deze keer een dagtocht, in tegenstelling met afgelopen jaar waar we om 03:00 moesten vertrekken. Mooie condities voor een relaxte tocht dus, we waren ook niet het enige jachtje dat daar zo over dacht. (De blauw-groene pijltjes zijn jachten).
Bij de Jade/Weser monding kwamen we nog een vloot tall-ships tegen, op weg naar IJmuiden voor de ‘Sail in’ van ‘ Sail Amsterdam’, een aantal kun je op bovenstaand plaatje ook zien.
Om rond hoogwater bij het Dovetief te zijn moest de plof af en toe wel een beetje bij, het Dovetief heeft momenteel een diepte van 5,2m bij hoogwater, bij laagwater gaat daar ongeveer 2,3m vanaf, daarnaast liep er een deining van 0,5-1m. Door het Dovetief naar binnen gaan met laagwater is dus géén optie! De opmerkingen op de zeekaarten spreken voor zich…
Normaal wordt een vertrek uit Cux aanbevolen zo’n anderhalf uur na hoogwater Cux. Voordeel is dat je dan daar gelijk een dikke 3kn stroom mee hebt, de nadelen zijn (met noordelijke winden) stroom tegen wind in de Elbe, al vroeg de stroom tegen van het volgende tij, aankomst bij het Dovetief met afgaand water. Vooral dat laatste is bij het ronden van de westpunt vervelend want je hebt dan onder het eiland een dikke ebstroom tegen.
Deze keer dus met een uurtje (een beetje) stroom tegen vertrokken uit Cux, daarna 5 uur lang stroom mee en stroom tegen. We waren rond 1 uur voor hoogwater Ney bij de ingang van het Dovetief.
Een half uurtje later zaten we voor het strand bij het dorp, waarna we tot de haven mooi nog een beetje vloedstroom mee hadden.
Buiten op zee loopt de stroom met ongeveer een knoop mee of tegen, maar in de zeegaten loopt de stroom vaak op tot 2-3 knopen.
Veel boten die onderweg waren naar het westen zijn doorgevaren richting westen, logisch gezien de weersverwachting, wij konden nog een mooi plekje bemachtigen naast een zeilboot (de ‘Kluut’) die in Ystad (Zweden) ook naast ons lag. Dinsdag, rond acht uur, gaan we verder richting Borkum.
We mogen altijd graag een nachtje in de kanaalhaven bij de sluis van Brunsbuttel liggen. Soms moeten we daar wel een paar dagen wachten op beter weer, soms schutten we gelijk door naar Cux, maar vandaag waren we vroeg vertrokken bij de Gieselau sluis en waren we rond de middag bij de kanaalhaven en konden we het beoogde plekje aan de kanaal kant van de haven bemachtigen. Maar goed ook; ‘s avonds kwamen er tot heel laat nog jachten binnen en was de hele haven ‘dichtgemetseld’ met jachten.
Het was deze keer ook druk met beroepsvaart zodat het een avondje ‘Schleusen kino’ was.
Ons plan was om vandaag 08:00, rond kentering, voor de sluis te gaan liggen, maar toen we opstonden bleek de halve haven al vertrokken te zijn. De andere helft, inclusief ons, ging dan ook om 08:00 en rond 09:00 zat de hele vloot op de Elbe, richting Cuxhaven of direct door richting Norderney of Vlieland. We hebben dan ook een prachtig ‘weergat’ om door de beruchte Duitse Bocht te varen en daar maken natuurlijk veel boten gebruik van.
Vlak voor de havens moet je de diepwatergeul van de Elbe oversteken terwijl de mega container bakken van zo’n kleine 300m, container feeders, snelle veerboten beide kanten opvliegen en je zelf met 3kn stroom mee de haveningang niet voorbij moet suizen. Altijd leuk om even een gunstig gaatje te vinden, in dit geval vlak achter bulkschip stroomafwaarts een container reus stroomopwaarts langs.
Vanwege die goede weersvoorspelling zagen we de bui al wel hangen voor de gebruikelijke haven van SVC Cuxhaven wat betreft de drukte en we besluiten daarom, voor het eerst sinds 1998, naar de haven van LCF Liegegemeinschaft Cuxhaven Fährhafen te gaan. Gek genoeg gaat bijna iedereen altijd naar de SVC, maar bij LCF is veel meer manoeuvreerruimte en de ligplaatsen zijn ook beter. We zullen hier zéker niet voor het laatst ‘parkeren’. De haven is niet zo groot, maar wél veel vrije plaatsen, een ruimere haveningang en meer manoeuvreerruimte in de haven.
Je zit hier eigenlijk in een heel ander deel van Cuxhaven en bij een verkenningsrondje blijken we pal naast de historische vertrek terminal te liggen van Hamburg America Line op het Steubenhöft. Dit terminal had een directe spoorverbinding met Hamburg. Het blijkt dat hier, op het huidige uitkijk platform, een mooie tentoonstelling is van de ontwikkelingen van eind 19e eeuw tot nu. We hebben nu geen tijd, maar we komen hier vast nog wel eens een paar dagen verwaaid te liggen in de toekomst; hebben we alle tijd om dit uitvoerig te bekijken.
Vanmorgen mooi op tijd het Gieselau kanal uit en het NOK weer opgedraaid.
Met de bakboord uitkijk op scherp🥱 was het weer mooi op de automaat langs de waypoints varen.
De stuurautomaat neemt veel (saai) werk uit handen, maar bij passage van beroepsvaart blijft het natuurlijk opletten. Ondanks dat ze tegenwoordig niet harder mogen varen dan 7kn (vroeger het dubbele!) zijn het grote loeders en is er niet veel ruimte voor fouten. Deze keer geen bijzondere schepen, maar vooral veel tankers en container feeders. Deze feeders halen de containers bij grote containerhavens als o.a. Hamburg en Rotterdam voor transport naar kleinere havens.
Omdat we vroeg op pad waren stond er nog nauwelijks wind en was het een comfortabel tochtje. Pas de laatste mijlen begon de wind, zoals verwacht, aan te trekken, maar in de jachthaven ven Brunsbuttel lig je altijd super beschut. Ander voordeel van vroeg op pad is dat we nog een plek aan de kanaalkant hebben, het is altijd imposant op die grote schepen op zo’n 10-20m afstand bij je langs te zien schuiven de sluizen in en uit.
De weersverwachting is nog onveranderd gunstig, morgenochtend gaan we schutten naar de Elbe en richting Cuxhaven.
De weersverwachting voor begin volgende week blijft onveranderd gunstig, we zijn daarom niet in Laboe blijven liggen, maar laten we de mooie Kieler Forde achter ons met zijn grote verscheidenheid aan schepen.
We zijn het NOK (Nord Ostsee Kanal) opgegaan richting Gieselau schleuse, dit is iets over de helft van het NOK. We lagen om 08:00 voor de sluis in Holtenau, maar doordat aan deze kant van het kanaal maar twee sluiskamers beschikbaar zijn (de twee kleine sluiskamers liggen al bijna 20 jaar volgestort met zand…) duurde het uiteindelijk tot 10:00 voordat er even een kamer vrij was zodat, de ondertussen gegroeide, vloot van zo’n 30 jachten geschut kon worden.
Na de sluis hebben we de hond nog even uitgelaten bij de wacht steiger en daarna was het 6,5 uur motor varen naar Het Gieselau kanal.
Het was deze keer best druk met beroepsvaart, vandaar ook de lange wachttijd voor het schutten, en het blijft een imposant gezicht om om korte afstand gepasseerd te worden door die grote schepen.
Morgen gaan we naar de jachthaven van Brunsbuttel, nèt binnen de sluizen. We blijven daar ook een nachtje en dan zondag door naar Cuxhaven. Maar nu eerst een rustig nachtje in het Gieselau kanal.
Gisteren (donderdag) zijn we mooi op tijd vertrokken uit Heiligenhafen. De wind was zwak tot matig en zou later op de dag helemaal wegvallen.
De wind kwam buiten bijna pal van achteren dus met een uitgeboomde fok en af en toe een klein beetje hulp van de motor konden we 5kn maken. Voordat we buiten waren vond ik het nodig om even scherp bij de uiterste oostpunt van de Graswarder langs te zeilen, iets té scherp dus… Voordat we er aan konden grijpen vloog de dieptemeter van 5m naar 2m en stonden we met de kiel op het zand, pal aan de rand van de geul🫣. Gelukkig zat de ‘Dutch Rose’, een grote Nederlandse zeilboot (43 voet Noordkaper) vlak achter ons en zij waren zo vriendelijk om even een lijntje aan te pakken zodat we vlot weer los waren. Je ziet op onderstaande screen print van de zeekaarten onze koers (de rode stippellijn resp. de geel/oranje/rode lijn) en het punt waar we vastliepen (de rode cirkeltjes).
Volgens de kaarten had het moeten kunnen, maar deze actie was dus letterlijk op het randje, een wat ruimere marge was natuurlijk verstandiger geweest. Op onderstaande satellietfoto zie je de punt van de zandbank mooi oplichten.
het indraaien van de Kieler Forde werd het nog even hoog aan de wind, tot bijna bij de haven van Laboe waar de wind er helemaal uit ging. Jaar na jaar liggen we aan de eerste of soms de tweede steiger bij de haveningang, met een mooi uitzicht over de Forde. In dit geval lagen we op exact dezelfde plek als op de terugreis in 2024 (box A12). Er was weer genoeg te doen op de wal, maar kijkend naar de weersverwachting waren we het er al snel over eens om de volgende dag door te gaan, het NOK (Nord Ostsee Kanal) op, dus; meer dan de hond uitlaten, douchen en genieten van het mooie uitzicht over de Forde hebben we deze keer niet gedaan.
We hebben Denemarken achter ons gelaten en zijn naar Heiligenhafen geZEILD.
Met een mooie ONO wind van gemiddeld 12 knopen was het afkruisen richting Fehmarn. Niet super ideaal want je vaart de wind een beetje dood waardoor we gemiddeld zo’n 5,5kn zeilden, maar het was een comfortabel reisje met niet veel zeegang en in ‘die kurze hose’.
Onderweg was er opvallend veel marifoon verkeer van NATO marineschepen in het kader van ‘Baltic Centry’ , met name de Russische schaduw vloot, met vooral olietankers die met Russische olie richting India varen worden zwaar gecontroleerd. Ook een Russisch oorlogsschip kon op warme belangstelling rekenen. Verder weinig bijzonderheden.
Vlak voor Heiligenhafen moesten we nog onder één brug door; de Fehmarnsundbrücke, met een normale doorvaarthoogte van 21m. We wisten al van een buur boot in Gedser, met een vaste ligplaats op Fehmarn, dat er werkzaamheden aan de brug plaatsvonden, met hangende steigers onder de brug, maar met 17,5m moesten we er onderdoor kunnen. nu varen we (bij twijfel) altijd heel langzaam op de brug aan, maar we vlogen hier, onder vol zeil, met 8kn op de brug af, als het niet past is er geen redden meer aan…
Dichterbij gekomen zagen we dat er inderdaad steigers onder aan de brug hingen en dat zag er (snel) dichterbij komend best wel eng uit, maar de mast staat er nog op, inclusief alle prullaria boven op de mast.
Heiligenhafen ligt in een soort natuurlijke baai met aan de zeekant het natuurgebied ‘Graswarder’.
Ook hier is in 2023 tijdens de oktober storm enorm veel schade ontstaan, zoals in veel (haven)plaatsten aan de Oostzee.
De middellange termijn voorspelling lijkt gunstig als we al voorzichtig kijken naar het weer in de Duitse bocht voor komende week. Ook hier in de Kieler Bucht is ziet het er goed uit, morgen gaan we daarom door richting Kiel. In het weekend lijkt er een wind veldje door te komen, dan kunnen we mooi door het Kieler kanaal. Het is morgen dan nog even kijken of we daar een extra dagje kunnen blijven.
Na een tweede nacht in de haven van Klintholm, zijn we richting Gedser, op het zuidelijkste puntje van het eiland Falster én de zuidelijkste haven van Denemarken, vertrokken. Een half uurtje na zonsopkomst zijn we de haven uitgevaren met de heuvels van Møns Klint op de achtergrond.
De eerste uren van de tocht van 32Nm moest de motor zachtjes bij om een knoopje of 4 te maken, maar laatste 2 1/2 uur trok de wind iets aan en hadden we een mooi comfortabel kruisrak.
Nadat we de zuid punt van Falster hadden gerond zagen we de veerboot vanuit Rostock/Warnemünde al aan komen stuiven, dat betekende dat we even ruimte moesten laten en het Gedser Rev ruim konden ronden.
Het is 12 jaar geleden dat we hier voor het laatst zijn geweest, toen op weg van Warnemünde naar Hesnæs. Er is weinig veranderd hier, maar er ís ook niet veel om te veranderen; de haven is een prima strategische tussenstop, met mooie strandjes en vrij uitzicht richting het westen, maar het dorpje Gedser is niet echt bijzonder. Maar ja, we hebben even gedoucht, lekker gegeten bij restaurant Bramgåsen en nog even een rondje haven gewandeld.
Morgen wordt er heel weinig wind voorspeld en blijven we een dagje liggen. We willen naar Heiligenhaven, een tocht van 38Nm en we hebben er geen zin op de hele dag op de motor te varen, wetende dat overmorgen een stevige lopende wind wordt voorspeld. Morgen dus uitslapen, een lange strand wandeling en dan laten we woensdag Denemarken achter ons en gaan we richting Duitsland.
Eindelijk een redelijk weergat waardoor we, na 7 dagen Ystad 🇸🇪, met een fatsoenlijke wind richting Klintholm 🇩🇰 konden (motor)zeilen. Van de storm Floris hebben we uiteindelijk maar een staartje meegekregen met max. 28kn wind. Ystad is een vergelijkbare springplank voor veel Duitsers en Denen als voor ons Cuxhaven 🇩🇪 en een prima plek om een paar dagen verwaaid te liggen, maar 7 is wel ‘veul’. We spraken in Ystad nog met een Duitse buurman die al wel 18x naar de Zweedse oostkust is geweest en vaak in Ystad verwaaid heeft gelegen. We zijn, met nog een vloot andere zeilboten, om 05:00 losgegaan voor de 55Nm (~100km) naar Klintholm.
Net als op de trip naar Thyborøn in mei hadden we ook nu volle maan en blue skies. Van die maan hebben we maar even kunnen genieten, die verdween om 05:01 achter de Kim.
Naarmate we wat verder uit de zuidkust van Zweden kwamen werd het wel een klein beetje hobbelig, maar hoog aan de wind met een beetje ondersteuning van de motor was het goed te doen.
Halverwege naderden we het windpark ‘Kriegers flak’ en in tegenstelling tot de meeste windparken op de Noordzee, mag je in de Oostzee met een boot kleiner dan 20m dwars door de windparken varen, zolang je maar 50m van de windmolens en 500m van de transformator stations weg blijft.
Vlak voor het binnenvaren van het windpark kwam Møns Klint, de 70m hoge krijtrotsen al boven de horizon uit, bij het uitvaren van het windpark was dit ook goed vast te leggen op de foto.
De laatste ‘hindernis’, voor we onder de kust van Møn kwamen, waren de frequente veerboten tussen Duitsland en Zweden die met hoge snelheid tussen Møn en het windpark doorvaren. Echt spannend werd het niet deze keer.
In Klintholm aangekomen was de situatie, na de zware herfststorm in oktober 2023 die vreselijk veel schade heeft veroorzaakt aan havens en boten, en ook in Klintholm het nodige vernield, flink veranderd. Bij onze favoriete langs steiger bij het strand staan nu palen, zodat je met de boeg richting steiger aanmeert, helemaal ideaal! De wind was nu bijna helemaal weggevallen met volop zon, dus dat was hond uitlaten, boot opruimen en naar het strand. We lagen daar in no-time te snurken; even een paar uur slaap inhalen. Rond 22:30 werden we nog verrast met een vuurwerk show. Eerst dachten we dat het van de coaster ‘Pavona’ uit Urk kwam, die ligt hier in de visserijhaven, maar het was zó veel dat het daar niet weg kon komen. De omgeving van Klintholm een stilte- en rustgebied voor vogels en ‘s nachts pikkedonker, een of andere handige Harrie vond een vuurwerkshow daar wel bij passen. Maar ja, ‘t was wel mooi.
Morgen staat er weer een dikke bries uit het westen en blijven we nog een dag in Klintholm, we laten het even van de weersomstandigheden afhangen wat we daarna gaan doen; òf nog door het Smålandfarvandet òf de kortste weg naar Kiel, via Gedser en Heiligenhafen. Wordt vervolgd.